Archeologische opgraving
Wanneer uit een proefsleuvenonderzoek blijkt dat het plangebied een archeologische vindplaats bevat, kan de overheid besluiten de archeologische resten te bergen.
Binnen het plangebied wordt de archeologische vindplaats volledig blootgelegd. Op die manier kunnen alle sporen in relatie tot elkaar onderzocht worden.
Dit heet ook wel een definitief onderzoek.
Na de archeologische opgraving zijn geen archeologische sporen meer aanwezig en zijn alle vondsten verzameld.
Het vondstmateriaal wordt gewassen en gesorteerd, er worden overzichtskaarten gemaakt en er wordt begonnen met de analyse van de teruggevonden sporen.
Wanneer nodig wordt er ook ondersteunend onderzoek uitgevoerd, zoals een materiaalstudie of daterend-, archeobotanisch- of bodemkundig onderzoek.
Alles wordt in een rapport vastgelegd, waarna de bevoegde overheid het plangebied vrijgeeft.