Booronderzoek
Het booronderzoek is meestal de tweede stap tijdens de archeologische inventarisatie.
In dit onderzoek wordt de archeologische verwachting in het plangebied getoetst.
In sommige gevallen is een proefsleuvenonderzoek nodig, wanneer er archeologische resten gevonden worden.
Er zijn verschillende soorten booronderzoek, variërend van licht tot intensief.
Verkennend
Met een verkennend onderzoek wordt bepaald of de bodemopbouw nog onverstoord is. Daarvoor wordt in een regelmatig raster geboord. De grond die opgeboord wordt, wordt beschreven.
Karterend
Met een karterend onderzoek wordt gekeken of er archeologische resten aanwezig zijn. De opgeboorde grond wordt niet alleen beschreven maar ook gezeefd om te controleren of er vondsten in de bodem aanwezig zijn.
Waarderend
Een waarderend onderzoek wordt alleen uitgevoerd wanneer verwacht wordt dat een archeologische vindplaats aanwezig is. De opgeboorde grond wordt beschreven en gezeefd om de omvang, datering en conservering van de vindplaats te bepalen.
Na het veldwerk wordt het resultaat van de boringen vergeleken met de archeologische verwachting uit het bureauonderzoek.
Is de verwachting (nog steeds) dat de bodem archeologische resten bevat, dan wordt vervolgonderzoek geadviseerd.
Een bodemonderzoek volgt meestal op een archeologische verwachting die is opgesteld tijdens het bureauonderzoek.
Deze twee onderzoeken kunnen wij combineren in één rapport, zo bespaart u tijd en kosten.